Mijn moeder die neemt me mee
en net als bij velen
zijn we met z’n twee.
en net als bij velen
zijn we met z’n twee.
Eerst ga
ik van de glijbaan en op de wipwap,
maar nu zie ik de schommel helemaal vrij.
Snel zet ik het op een lopen en ik ga rap
zitten en de schommel is helemaal van mij.
maar nu zie ik de schommel helemaal vrij.
Snel zet ik het op een lopen en ik ga rap
zitten en de schommel is helemaal van mij.
Ik vraag
of mam wil duwen en doe mijn ogen dicht.
Ze duwt me met het grootste plezier.
Ik voel me zo ontzettend licht
en ik verdwijn weg van het hier.
Ze duwt me met het grootste plezier.
Ik voel me zo ontzettend licht
en ik verdwijn weg van het hier.
Dan is
het de schijn die mij bedriegt.
Mijn gedachtes hebben mij bedrogen.
Ik ben helemaal geen vogel die vliegt
dus open ik weer mijn ogen.
Mijn gedachtes hebben mij bedrogen.
Ik ben helemaal geen vogel die vliegt
dus open ik weer mijn ogen.
Ik ben
daar waar niemand bij me is.
Op een plek waar niks goeds mij lijkt gezind.
Ik lig koud en alleen in de duisternis
en ik ben niet langer meer dat kleine kind.
Op een plek waar niks goeds mij lijkt gezind.
Ik lig koud en alleen in de duisternis
en ik ben niet langer meer dat kleine kind.
Mijn
moeder ben ik inmiddels helaas kwijt.
Liggend op mijn kamertje tussen de rommel
is dat nu eenmaal de keiharde realiteit.
Maar nog vaak denk ik terug aan de schommel.
Origineel Gedicht
Liggend op mijn kamertje tussen de rommel
is dat nu eenmaal de keiharde realiteit.
Maar nog vaak denk ik terug aan de schommel.
Origineel Gedicht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten