die ons samen bracht.
Jij keek naar mij,
ik keek naar jou,
op een zomernacht
die ik nooit vergeten zou.
Jij keek naar mij,
ik keek naar jou,
op een zomernacht
die ik nooit vergeten zou.
Ik keek
erdoor heen,
tussen alles en iedereen.
Iedereen was rood,
maar jij in het groen.
De mooiste nacht
eindigde met een zoen.
tussen alles en iedereen.
Iedereen was rood,
maar jij in het groen.
De mooiste nacht
eindigde met een zoen.
Door je
zoen beland ik in de hemel.
Ik smelt door je lach
en verdwaal in je ogen.
Ik leef op jouw adem.
Dat is dat alom bekende gevoel.
Je weet wel wat ik bedoel.
Ik smelt door je lach
en verdwaal in je ogen.
Ik leef op jouw adem.
Dat is dat alom bekende gevoel.
Je weet wel wat ik bedoel.
Terug in
het verleden,
zestig jaar geleden.
Ik ontmoette jou
en de tijd bleef staan.
Je had me beet
en liet me niet meer gaan.
zestig jaar geleden.
Ik ontmoette jou
en de tijd bleef staan.
Je had me beet
en liet me niet meer gaan.
Ik zit,
kijk en ik staar
in een leeg huis zonder haar.
Inmiddels overleden.
Ik kijk naar je lege stoel.
Als ik aan je denk krijg ik
nog steeds dat alom bekende gevoel.
in een leeg huis zonder haar.
Inmiddels overleden.
Ik kijk naar je lege stoel.
Als ik aan je denk krijg ik
nog steeds dat alom bekende gevoel.
Door je
zoen beland ik in de hemel.
Ik smelt door je lach
en verdwaal in je ogen.
Ik leef op jouw adem.
Dat is dat alom bekende gevoel.
Je weet wel wat ik bedoel.
Ik smelt door je lach
en verdwaal in je ogen.
Ik leef op jouw adem.
Dat is dat alom bekende gevoel.
Je weet wel wat ik bedoel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten